Glastuinbouw

Uitdagingen en kansen voor de glastuinbouw

Hoe maak je de glastuinbouw duurzamer, toekomstbestendiger en beter verbonden met wetenschap? Dat is precies de vraag waar prof. dr. ir. Peter van Bodegom zich dagelijks mee bezighoudt. Hij is hoogleraar Milieubiologie en Circulaire Internationale Tuinbouwsystemen aan het Instituut voor Milieuwetenschappen (CML) van de Universiteit Leiden. Zijn onderzoek richt zich op biodiversiteit en ecosysteempatronen, altijd met het doel om de transitie naar een duurzame samenleving te ondersteunen.

Peter werkt nauw samen met de gemeente Westland aan de verduurzaming van de glastuinbouw. Binnen het LDE Centre for Sustainability is hij samen met prof. dr. ir. Jan van den Ende verantwoordelijk voor het thema agrifood. Zij slaan de brug tussen universiteiten, kennisinstellingen, bedrijven en overheden, zodat er krachtiger kan worden samengewerkt aan duurzame oplossingen in de regio. Ook studenten zijn actief betrokken, bijvoorbeeld via het Thesis Lab rond circulaire glastuinbouw, waar zij werken aan actuele vraagstukken uit de sector.

Op 22 oktober geeft Peter een open lezing met de titel ‘Waterkwaliteit en biodiversiteit in de tuinbouw’. In aanloop daarnaartoe spraken wij hem over de uitdagingen in de glastuinbouw en waarom deze thema’s nu zo urgent zijn.

Een sector vol ambitie en kansen
We vroegen Peter wat de glastuinbouw voor hem zo aantrekkelijk maakt. “Het is een sector die sterk technologisch gedreven is en vaak vooroploopt in innovatiekracht, zeker vergeleken met open teeltsystemen”, vertelt hij. “Juist daarom vind ik het interessant dat er desondanks nog allerlei duurzaamheidsvraagstukken liggen. Dat contrast maakt het voor mij een sector waar we als kennisinstelling het verschil kunnen maken.” Daarbij gaat het voor hem niet alleen om de technologische kant. “We moeten ook kijken naar de relatie met de omgeving, naar milieu-impact, businessmodellen en governance. Ik vind het waardevol om die bredere blik in te brengen.”

Vanuit het LDE Centre is de aandacht voor glastuinbouw minstens zo logisch. Het is een van de belangrijkste sectoren in de regio, en daarom bij uitstek een thema waar de drie Zuid-Hollandse uniPeter van Bodegomversiteiten gezamenlijk hun kennis kunnen inzetten. “De glastuinbouw wil echt vooruit: er zijn allerlei ambities geformuleerd om klimaatneutraal te worden, energieverbruik en emissies terug te dringen, en minder nutriënten en bestrijdingsmiddelen te gebruiken”, vertelt Peter. “Een groot deel van de sector staat achter die doelstellingen. Dat maakt het bijzonder om hier samen aan te werken.”

Tegelijkertijd erkent hij dat wetenschap en praktijk niet altijd vanzelfsprekend samenkomen. En daar ligt ook de uitdaging. “De vragen uit bedrijven sluiten niet altijd aan bij de wetenschappelijke kennis die we hebben. Maar juist kijken hoe je elkaar daarin kunt versterken, vind ik ontzettend leuk om te doen.”

Waterkwaliteit en biodiversiteit: urgentie groeit
Dat waterkwaliteit en biodiversiteit nu centraal staan in de tuinbouw, is geen toeval. Volgens Peter zijn er twee belangrijke aanleidingen. “De afgelopen jaren klinkt steeds vaker de vraag of Nederland wel zo’n grote tuinbouwsector moet hebben”, zegt hij. “Tijdens de energiecrisis en in discussies over seizoensarbeid kwam dat nadrukkelijk naar voren. Binnen de sector zelf leeft de vraag naar de ‘license to produce’: in hoeverre accepteert de maatschappij dat we doen wat we doen? Ondernemers voelen die druk van buitenaf, naast hun eigen drive om te verduurzamen.”

De discussie wordt concreet bij de emissies. Uit de Bestrijdingsmiddelenatlas – die wordt beheerd door CML – blijkt dat de glastuinbouw een van de hotspots is waar overschrijdingen plaatsvinden. “Een kas is in principe een gesloten systeem, dus zou er geen emissie mogen zijn. Toch gebeurt het. Het positieve is dat de sector dit onderkent en zelf al stappen zet om lekkages te vinden en aan te pakken.”

Daar komt de druk van de Europese Kaderrichtlijn Water bij. In 2027 moeten alle lidstaten aan de eisen voldoen, maar Nederland heeft het daar moeilijk mee, mede door de grote land- en tuinbouwsector. “Ik zeg al langer dat er naast de stikstofcrisis ook een waterkwaliteitscrisis aankomt. Dat besef groeit nu in de hele sector”, aldus Peter.

   Ik zeg al langer dat er naast de stikstofcrisis ook een waterkwaliteitscrisis aankomt. Dat besef groeit nu in de hele sector.

Voor biodiversiteit is de discussie nog minder ver, maar ook daar ontstaan steeds meer initiatieven. Zo heeft Peter samen met Wageningen University & Research (WUR) een onderzoeksproject lopen bij twintig telers, waarin wordt onderzocht of soortrijke stroken rond kassen daadwerkelijk bijdragen aan biodiversiteit. Daarbij gaat het niet alleen om de vraag óf er meer insecten verschijnen, maar vooral of die insecten positief of negatief bijdragen aan de teelten. “Veel tuinders zijn bang dat zulke stroken juist plagen aantrekken. Dat is een van de redenen waarom gras rond kassen vaak kort wordt gehouden”, legt Peter uit. “Met onderzoek willen we onderbouwen wat wel en niet werkt. Als we laten zien dat zulke maatregelen biodiversiteit versterken zonder schadelijke gevolgen, kan dit een belangrijke manier worden voor de sector om positief bij te dragen.”

Wat Peter vooral belangrijk vindt, is dat wetenschap en sector het samen oppakken. “Het mooie is dat we vanuit de wetenschap niet alleen hoeven te zeggen wat er misgaat binnen de sector, maar ook kunnen laten zien hoe we bijdragen aan oplossingen. Zo kunnen we samen stappen zetten.”

   Het mooie is dat we vanuit de wetenschap niet alleen hoeven te zeggen wat er misgaat binnen de sector, maar ook kunnen laten zien hoe we bijdragen aan oplossingen. Zo kunnen we samen stappen zetten.

Vooruitblik: weerbare teeltmethoden en hergebruik water
Als Peter vooruitkijkt naar de komende vijf jaar, ziet hij een duidelijke beweging. “Er is een groep koplopers die echt honderd procent groen wil worden als het gaat om energie, biodiversiteit, nutriënten en bestrijdingsmiddelen. Mede dankzij die ambitie in de sector zie je dat er al veel in gang is gezet.”

Vooral op het gebied van teeltmethoden verwacht hij grote stappen. “We werken steeds meer toe naar weerbare teelten: planten die sterker en gezonder zijn, waarbij plagen worden bestreden met natuurlijke vijanderen in plaats van met chemische middelen. Als dat lukt, kunnen we het gebruik van chemische middelen drastisch terugdringen. En wat je niet gebruikt, kan je ook niet meer uitspoelen – daarmee pak je meteen een groot emissieprobleem aan.”

Ook watergebruik en hergebruik zullen volgens hem belangrijker worden. “Of dat echt doorzet, hangt wel af van hoe droog de komende zomers worden. Maar de sector is zich steeds bewuster van de noodzaak om water efficiënter te gebruiken en te recyclen.”

Voor biodiversiteit ziet hij de grootste vragen nog openstaan. “Het ingewikkelde is hoe maatregelen buiten de kas, zoals biodiversiteitsstroken, daadwerkelijk een positieve bijdrage kunnen leveren binnen. Als we kunnen aantonen dat biodiversiteit rondom de kas helpt bij het weerbaar maken van teelten, dan ligt daar een prachtig verhaal. Als dat niet zo blijkt te zijn, moeten we andere oplossingen bedenken.”

Uitnodiging: Lezing waterkwaliteit en biodiversiteit in de tuinbouw
Wat hoopt Peter dat bezoekers straks meenemen uit zijn lezing? “Dat ze zien hoe de sector bezig is met duurzaamheid, welke ontwikkelingen er gaande zijn en wat wij daar vanuit de universiteiten aan kunnen bijdragen”, zegt hij. Het gaat Peter daarbij niet alleen om technologische vernieuwing, maar ook om de manier waarop beleid en praktijk elkaar kunnen versterken.

Peter hoopt dat er telers en toeleveranciers naar de lezing komen, maar ook vertegenwoordigers van gemeenten en provincies. “Ik denk dat we elkaar nog beter kunnen vinden. Wat is nu de meerwaarde voor een provincie om samen te werken met LDE? Gemeenten en provincies beïnvloeden de sector met hun beleid, en andersom kunnen ze gebruikmaken van de kennis en inzichten die wij hebben verkregen uit onderzoek. Daarom is het belangrijk dat zij weten wat er speelt in de sector en dat wij aansluiten bij hun vraagstukken.”


Open lezingen

Op 22 oktober vertelt Peter meer tijdens zijn open lezing over waterkwaliteit en biodiversiteit in de tuinbouw in het World Horti Center (WHC) in Naaldwijk. Meer informatie en aanmelden kan hier.

Op 26 november geeft Peter nog een open lezing in het WHC:  "Tuinbouwproductie voor de mondiale markt of de eigen achtertuin?" Meer informatie en aanmelden kan hier.
 

Tekst: Sifra Hordijk