“Duurzame toepassingen lossen niet vanzélf alle problemen op.”

Welke woorden zijn nodig om uitdrukking te geven aan wat je ervaart als je de IPCC-rapporten en de kranten leest? Om een echt duurzame toekomst te beschrijven? Silke Jonk (student industrial ecology TU Delft) en Elise Chalcraft (oud-student sociology and urban studies, EUR) maakten een woordenboek met tien nieuwe begrippen. Eén daarvan leggen we voor aan Arjan van Timmeren hoogleraar EArjannvironmental Technology & Design aan de TU Delft en wetenschappelijk directeur van Resilient Delta Initiative: ‘Apres moi le deluge syndrome’. 


Op 14 april praat Van Timmeren mee over de circulaire toekomst van Zuid-Holland, tijdens het congres ‘de delta in een wereld van schaarste’. Hij leest uit het woordenboek: “’Après moi le deluge’, na mij de zondvloed-syndroom. ‘De generationele kloof tussen degenen die zijn opgegroeid zonder ecologische duurzaamheid als een zorg voor hun toekomst, en degenen die opgroeien zonder enig idee wat hun ecologische toekomst zal zijn.” Hij knikt. 

“Ken je het Chinese verhaal van de stuwdam?”, vraagt hij. “Dorpelingen in de buurt twijfelden of hij bestand zou zijn tegen de waterdruk. In de dorpen het verst weg, in de bredere vallei, maakten mensen zich een klein beetje zorgen. Dichterbij, in de stroomvallei een paar kilometer van de dam vandaan, maakten mensen zich veel bezorgder. Maar de mensen die vlak onderaan de dam zelf woonden, maalden er niet om. De dreiging was een geaccepteerd onderdeel van hun bestaan geworden. ‘Als de dam breekt, is er geen weg uit. En dus is er niets om zorgen over te hebben,’ redeneerden zij. Daaraan moet ik denken.”

Voel jij die dreiging zelf wel? 
“Ik kan me wel zorgen maken over de toekomst, vooral als ik kijk naar wat zich op wereldschaal afspeelt. Zoals de strijd om landbouwgrond, of om schaarse grondstoffen, die nodig zijn voor onze toekomstige, schone energie. China bouwt wegen in Afrika in ruil voor grondstoffen en koopt Europese havens op. De Verenigde Staten beschermen met nieuwe wetten de eigen groene industrie en ook Europa stuurt aan op vergroening, waardoor er voor groene initiatieven een groter verschil ontstaat tussen ontwikkelde en zich nog ontwikkelende landen. De Verenigde staten en andere ontwikkelde landen nemen beslag op land overzee: voor de eigen voedselproductie en ten koste van voedsel en inkomen voor de lokale bevolking daar.

Over 30 jaar heerst er in de wereld grote schaarste voor wat nu de ‘critical raw materials’ genoemd worden, verwacht ik, net als dat er veel meer geopolitiek ‘spel’ zal worden gespeeld. Maar ik vrees dat met name de mensen buiten de ontwikkelde delen in de wereld daar het meest onder zullen lijden. Een belangrijke vraag aan ons, Europa, Nederland, is: hoe gaan we ons zo ontwikkelen dat we duurzaam en circulair wonen, werken, produceren en consumeren, zonder extreem beslag te leggen op ruimte elders? En hoe gaan wij om met de schaarse ruimte die wij hier zelf beschikbaar hebben? Dat is noodzakelijk, want duurzaam produceren en consumeren kost méér ruimte. Een park met zonnepanelen of windmolens neemt meer ruimte in dan een kolencentrale. ‘Food, feed, fibre en fuel’, voedsel, veevoer, vezels en brandstoffen leggen allemaal beslag op veel land, en bij voorkeur land dat veel mogelijkheden biedt, zoals we dat in delta’s en kustgebieden vinden.”


Nou, hoe gaan we dat doen?  
“Nu komen we terug op de jonge generatie. Die heeft een heel ander denkkader dan de generatie voor haar, waartoe ik zelf natuurlijk ook behoor. Deze jonge mensen zijn veerkrachtig, denken ‘out of the box’ en sowieso al meer integraal. Ze nemen makkelijker alle perspectieven en waarden mee die van belang zijn, niet alleen het economische. Ze kijken ook of iets eerlijk is, of het bijdraagt aan toegang voor iedereen, of aan meer gezondheid. Ze kijken naar het hele systeem. Dat is precies wat ontbreekt aan de manier waarop de oudere generatie de grote problemen van klimaat, stikstof, biodiversiteit, tot nu toe probeert op te lossen.

Ze hebben volkomen gelijk, die jongeren, onze huidige studenten. De opeenstapeling van uitdagingen kan alleen worden opgelost door een systeemverandering, en door alle waarden te betrekken. Alleen zo kom je tot een inrichting van de schaarse ruimte die een circulaire en duurzame economie en samenleving mogelijk maakt. In technische zin kan er genoeg. Straatmeubilair van geprint afvalplastic, nutriëntenterugwinning in de stad. Over dertig jaar zullen we alle anorganische, niet-natuurlijke materialen veel beter gebruiken.  Door alles om ons heen, de stad, als een ‘urban mine’ te zien, een soort schatkist aan beschikbare grondstoffen, die je steeds opnieuw blijft gebruiken. Hoewel we nog veel moeten door ontwikkelen en optimaliseren, is er al van alles mogelijk. 

We zullen ook een transitie maken naar regeneratieve materialen. Ook daarom is het belangrijk om anders naar de ruimte te kijken: het vraagt veel grond om hernieuwbare en composteerbare grondstoffen dichtbij huis te produceren. En deze materialen gaan een hoge vlucht nemen. De vorig jaar gesloten Green Deal voor houtbouw in de Amsterdamse Metropoolregio bijvoorbeeld wil vanaf 2025 minimaal twintig procent van de woningproductie van hout en andere biobased materialen realiseren. Steden zullen er natuurlijker uit gaan zien. We doen op dit moment bijvoorbeeld onderzoek naar allerhande biofiele systemen in en om gebouwen en infrastructuur; als gevelbekleding, als interfaces; dat maakt de stad groen, zuivert het water en draagt bij aan biodiversiteit, welzijn en gezondheid van mens en natuur. 

Je bent hoopvol?
Jazeker, maar wel realistisch. We kunnen heel veel. Maar duurzame en circulaire toepassingen gaan niet vanzelf alle problemen oplossen. Als we niet het hele systeem bekijken en niet ook nadenken over wat de impact is van onze keuzes op iederéén, ook over de grens heen, dan zal alles wat we doen de problemen slechts vertragen. Zonder als een onheilsprofeet te willen klinken: dan stromen ook die dorpen verderop onderaan die dam alsnog onder.

Op 14 april spreekt Arjan van Timmeren in een panel over de toekomst van de Zuid-Hollandse delta, op het congres ‘De delta in een wereld van schaarste’, in Den Haag. Georganiseerd door het LDE Centre for Sustainability.

Meer informatie en aanmelden kan hier